Riedel, Zalto, Sophienwald, Spiegelau, Rona, Schott Zwiesel, Stolzle. De laatste 15 jaar worden we overspoeld met nieuwe merken die elke ‘het beste glas’ op de markt brengen. Ook voor elke druif en regio worden specifieke wijnglazen op de markt gebracht die het olfactorisch gebeuren naar nieuwe hoogtes zouden moeten brengen. De doorgedreven diversifiëring van het wijnglas zorgt voor veel verwarring bij de wijnaficionado’s.
Maar wat is nu het perfecte glas en heb ik voor elke druif werkelijk een ander wijnglas nodig?

Laat ons misschien eerst eens kijken wat de voorwaarden zouden moeten zijn voor een goed wijnglas. Ere wie ere toekomt: Georg Riedel. In een tijd waar er weinig tot geen aandacht werd geschonken aan het juiste wijnglas (denk maar aan de verschrikkelijke bolle tulpglazen van de jaren tachtig) begon deze visionair met het maken van kristallen glazen die specifiek voor de groeiende markt van wijnliefhebbers werden gemaakt. Deze glazen waren flinterdun, van extreem hoge kwaliteit waarbij vooral aandacht werd geschonken aan de juiste vorm en gewicht.
Aan welke voorwaarden moest een wijnglas, volgens Georg, voldoen?
Eerst en vooral een zo’n dun mogelijke rand.
De rand van het glas zorgt voor het eerste contact tussen de wijn en de mond. Dik glas zorgt vaak voor een onaangenaam gevoel en zou dus het eerste contact verstoren. Bij een dunne rand heb je haast geen glasgevoel en is het eerste contact een pak zuiverder. Probeer thuis gerust maar eens het verschil tussen een glas met dikke rand en eentje met een dunne rand. Het maakt de beleving een pak aangenamer.
De vorm van het glas is uiterst belangrijk.
Elke druif, regio heeft in principe zijn eigen karakteristieken waardoor de juiste vorm deze zou moeten accentueren of ten volle tot zijn recht zou moeten laten komen. Simpel gezegd: een frisse witte wijn in een te groot glas serveren of een krachtige rode wijn in een te klein glas zorgt ervoor dat de wijn niet ten volle tot zijn recht zal komen.
Het gewicht van het glas.
Het spreekt voor zich dat een lomp, zwaar glas het walsen gaat bemoeilijken en ook niet echt aangenaam in de hand zal liggen. Elke fabrikant heeft zo zijn eigen technieken en glas ontwikkelt om het lichtst mogelijke glas op de markt te kunnen brengen.

Ondertussen is er een gigantisch aanbod van verschillende glazen voor druiven, regio’s, types waardoor het als sommelier steeds moeilijker wordt om de ‘juiste’ keuze te maken.
Maar… er komt ook tegenwind. De wereldberoemde wijnschrijfster Jancis Robinson MW / OBE vindt het hele gebeuren vooral marketing gericht en schrijft dat al die verschillende glazen op zich geen meerwaarde bieden aan de wijn. Samen met de designer Richard Brendon ontwikkelde ze één glas die voor alle type wijnen zou moeten geschikt zijn.

Ik heb het glas zelf al meerdere malen kunnen testen en in alle eerlijkheid: het is een fantastisch glas. Het ligt zeer goed in de hand, is flinterdun, licht en de aroma’s komen mooi tot hun recht maar ik vind het eerder een allround glas. Als je maar één glas zou moeten kiezen dan is dit jouw glas.
Het glas is voor mij de laatste stap in het serveren van wijn.
Eerst en vooral moet je na het proeven van de wijn beslissen of je die al dan niet gaat karafferen. Een karaf is misschien wel de meest onderschatte tool in het arsenaal van de sommelier. Behalve eventuele depot verwijderen bepaal je hier hoeveel lucht je gaat toevoegen aan de wijn. Dit vergt een beetje oefening en trial and error maar is een uiterst belangrijke stap in het correct serveren van de wijn. Niet enkel rode wijn wordt gekaraffeerd maar steeds meer en meer ook witte wijn en in sommige gevallen zelfs schuimwijnen. Uiteraard beïnvloedt dit dan ook de keuze voor het wijnglas waardoor we in principe minder specifieke glazen nodig zullen hebben om toch de wijn of druif te laten schitteren.
Hebben alle andere fabrikanten dan ongelijk met hun sangiovese, champagne, pinot noir glazen? Zeker en vast niet…
Dat pinot noir en cabernet sauvignon tegengestelde druiven zijn die volledig andere wijnen maken, is voor iedereen duidelijk dus dat ze andere glazen zouden nodig hebben klinkt dan ook maar logisch. Uiteraard is er altijd wel een compromis want een oude wijn van pinot noir is dan weer olfactorisch heel verschillend van een jonge pinot noir wijn. Een Amerikaanse pinot noir verschilt dan weer heel sterk met zijn broertjes uit Bourgogne of Duitsland. Zo zouden we enkel voor pinot noir makkelijk 6 glazen nodig hebben en voor cabernet en voor merlot etc
Een ander nadeel is de kostprijs van deze, meestal mondgeblazen, topglazen. De meeste variëren van 20 tot 60 euro voor een glas en dat maakt elke breuk extra pijnlijk. Ik heb het ooit bijgehouden voor één van de restaurants waar ik werkte en op maandbasis zaten we vaak aan 400-500 euro breuk.
De discussie over het juiste wijnglas raast over het internet en elke sommelier heeft zo wel zijn eigen ideeën, voorkeuren maar misschien is het makkelijker als ik gewoon mijn mening geef.
Als sommelier vond ik het belangrijk om een omvangrijke, goed verzorgde collectie glazen te hebben.”
In een restaurant setting zijn verschillende types glazen een must. Het oogt mooi, professioneel en kan een uitstekend hulpmiddel zijn bij de aangepaste wijnen om zo het overzicht te kunnen bewaren op drukke dagen. Esthetiek is belangrijk in een restaurant en behalve mooi gedekte tafels en decor is een mooi glas hier een wezenlijk onderdeel van. Een mooi glas zorgt ook voor extra verkoop en geeft een belangrijke, extra service naar de klant toe. Als sommelier vond ik het belangrijk om een omvangrijke, goed verzorgde collectie glazen te hebben.
Maar wat met de wijnliefhebber die geen osmose machine heeft om de glazen zonder af te drogen te kunnen schoonmaken? De kostprijs van de glazen blijft een groot minpunt en met de hand afdrogen een groot risico… Voor dit artikel ben ik even zelf gaan kijken in mijn persoonlijke collectie en ben ik nagegaan hoe vaak en welke glazen ik gebruik. Zelf heb ik twee dozen Zalto die ik heel uitzonderlijk (misschien 1 keer per jaar) gebruik voor die ene, echt uitzonderlijke wijn en waar het reinigen van deze glazen elke keer een zenuwslopend karwei is.

Mijn meest gebruikte glazen
Mijn meest gebruikte glazen komen allemaal uit de Riedl Performance reeks. Ik vind deze betaalbaar, goed in de hand liggen en vooral deze kunnen in de vaatwasser gewassen worden. Het is hier zeker niet mijn bedoeling om reclame te maken voor één merk, er zijn voldoende alternatieven op de markt en je moet vooral het glas kiezen die het beste bij jou past. Misschien nog belangrijker is het type glas. Ikzelf gebruik er eigenlijk maar drie tot vier: een kleiner glas voor frisse witte wijn en champagne, een groter glas voor frisse rode wijnen en gerijpte champagnes, een bourgogne glas voor krachtig wit, bourgogne en barolo getypeerde wijnen en een groot cabernet glas voor krachtige rode wijnen.
Het glas maakt de wijn maar net zoals bij de kleren en de man is het een kwestie van smaak, prijs en gevoel en toch net nog dat tikkeltje showing of….”
Als wijnliefhebber is het uiterst leerzaam en vooral plezant om te spelen met de verschillende glazen en wijnen en je zult zelf wel jouw weg vinden naar het voor jou ideale glas. Met het ongelofelijke aanbod aan verschillende glazen is er voor iedereen wel ergens het perfecte glas. Het glas maakt de wijn maar net zoals bij de kleren en de man is het een kwestie van smaak, prijs en gevoel en toch net nog dat tikkeltje showing of….
tekst Jasper Van Papeghem jasper-van-papeghem