Er zijn lokale druiven en er zijn lokale druiven. Een paar veroverden de wereld, en anderen bleven ter plekke. Soms zorgden politiek, oorlogen of ziektes en plagen ervoor dat ze in de vergetelheid raakten, ondanks hun intrinsieke kwaliteit. Dat is zeker het geval voor de ribolla gialla of rebula, de druif die minstens al sinds de dertiende eeuw verbouwd wordt in het heuvelachtige, grensoverschrijdende landschap van Collio (Italië) en Brda (Slovenië).
Ribolla Gialla werd lange tijd beschouwd als een van de beste wijnen van Italië, en in de dertiende eeuw waren de wijnen regelmatig aanwezig op de tafels van de adel van Venetië. De vroegste vermelding van zijn wijn dateert uit 1296, onder de naam Rabola, een oud synoniem voor Ribolla: op 20 maart van dat jaar beslechtte paus Bonifatius VIII een geschil tussen de bisschop van Triëste en het klooster van San Giorgio Maggiore in Venetië over de verkoop van een wijn genaamd Rabola.

Geschiedenis, bodem en klimaat
Ribolla gialla wordt geteeld in Friuli, in het noordoosten van Italië, vlak bij de grens met Slovenië, in de heuvels van Collio Goriziano (ook gewoon Collio genoemd), en in Slovenië, net ten noorden over de heuvels van Gorizia, waar het merendeel van de rebula-wijnstokken aangeplant staat in Goriška Brda. De grensstreek is in het verleden regelmatig oorzaak van twist geweest. Joegoslavië, Oostenrijk, Italië, en zelfs even Duitsland hebben ooit aanspraak gemaakt op het gebied.
Net omdat de druif al lang bestaat, zijn er veel klonen tot ontwikkeling kunnen komen. Recent DNA-onderzoek naar rebula in Slovenië bevestigt dat het dezelfde variëteit is als ribolla gialla, maar dat er ook een significante genetische diversiteit is tussen de klonen aangeplant in Goriška Brda (Slovenië) en Collio (Italië).
In de bodem vind je oceanische sedimentaire afzettingen van zandsteen en mergel, die in Slovenië ‘opoka‘ en in Italië ‘ponca‘ worden genoemd. Deze bodem, vol mariene fossielen, verkruimelt gemakkelijk, waardoor wijnstokken gemakkelijk tien tot twaalf meter diep kunnen wortelen, waar de opgeloste slibdeeltjes, rijk aan voedingsstoffen en mineralen, worden opgenomen.

Klimatologisch wordt de wijnbouw gekenmerkt door de wisselwerking van bergen en zee, regen en wind. De warme, vochtige winden van de Adriatische Zee worden gecompenseerd door de droge, koele Tramontana-wind van de Julische Alpen. Warme dagen en koele nachten wisselen zich af.
Twintig kilometer verwijderd van de Adriatische kust in de ene richting en twintig kilometer van de uitlopers van de Alpen in de andere richting, bevindt de streek zich op een echt kruispunt van klimaatinvloeden.
Diversiteit
De unieke klimatologische omstandigheden en bodem, in combinatie met de rijke en bewogen geschiedenis, een lange traditie samen met moderne technieken zorgen voor een heel diverse wijncultuur.
Divers is inderdaad het kenmerk hier.
Traditioneel zijn de Ribolla- en Rebula-wijnen licht van smaak en hoog in zuurtegraad, soms licht bloemig. Meer ambitieuze en innovatieve producenten maken meer geconcentreerde en karaktervolle versies met vatfermentatie en houtrijping, wat resulteert in een diepgele kleur en rijke geelfruitige, soms nootachtige en minerale smaken. Orange wine, wijn waarbij de langere schilweking zorgt voor een complex en aromatisch eindproduct was van oudsher een type wijn dat hier geproduceerd werd. Moderne wijnmakers leggen zich daar nu meer en meer op toe, zoals de proeverij zal uitwijzen.

De degustatie
Lander van Hoye van wijnclub Brabo in Antwerpen nodigde in januari (op virtuele wijze) twee wijnmakers uit om een masterclass over ribolla gialla / rebula te geven: Matjaž Četrtič van Ferdinand Winery (Brda, Slovenië) en Robert Prinčič van het domein Gradis’ciutta (Collio).
Op het projectiescherm verschijnen idyllische beelden van golvende wijngaarden met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond.
Onder begeleiding van de twee sprekers proeven we de voorgestelde wijnen. Die wijnen werden heel representatief gekozen: na een schuimwijn volgden twee wijnen die geen houtopvoeding kregen, daarna twee wijnen met twaalf maanden houtrijping, en tot slot twee ‘orange wines’.
Voor uitgebreide proefnotities verwijs ik graag naar het artikel op de Wijnkrabbels-blog.
De eerste wijn, een schuimwijn, is al meteen een gezamenlijk project van de twee bevriende wijnmakers.
Matjaž Četrtič uit Kojsko in Brda en Robert Prinčič uit San Floriano wonen op slechts een steenworp van elkaar aan de Italiaans-Sloveense grens. Tijdens zijn masteropleiding wijnhandel ontmoet Robert zijn medestudent Matjaž. Als afstudeerproject besluiten ze een wijn te maken die de twee wijnbouwgebieden van Collio en Brda verenigt. De Latijnse naam Sinefinis verwijst naar iets zonder grens en zonder einde. De wijnmakers noemen hun gezamenlijke wijn een grenzeloze wijn, ‘a cross border wine’.
1- Prinčič & Četrtič Sinefinis Rebolium Brut MMXVII (2017)
Schuimwijn geproduceerd met Italiaanse ribolla en Sloveense rebula-druiven volgens de klassieke methode, met hergisting in de fles en 4 jaar rijping sur lattes. De dosage bedraagt 3 gram per liter.
2- Gradis’ciutta Ribolla Gialla 2021 (DOC Collio)
De druiven ondergaan 24 uur koude maceratie (cryo-maceratie) voor het persen en vergisten. Daarna blijft de wijn op de fijne droesem tot het bottelen.
3- Ferdinand Rebula / Ribolla Gialla 2021 (PDO Brda)
Met de hand geplukte druiven worden zacht geperst. De most wordt gekoeld tot 10°C. Na 24 uur wordt de heldere most gefermenteerd in roestvrijstalen tanks.
4- Ferdinand Rebula Época 2020 (PDO Brda)
Geselecteerde manueel geplukte druiven worden ontsteeld en gekneusd. Na 24 uur koude maceratie worden de druiven voorzichtig geperst. Fermentatie in 500 liter vaten van Slavonische eik, waarin de wijn ook 12 maanden op de droesem rijpt.
5- Prinčič Sveti Nikolaj Vino Rebula 2019 (Slovenija)
Robert Prinčič heeft altijd een grote affiniteit gehad voor de Collio- en de Brda-regio’s en in het bijzonder voor de ribolla gialla/rebula druif. Dat bracht hem ertoe om ook wijngaarden te verwerven over de grens, op enkele toplocaties van Brda, Neblo en Zali Breg.
De druiven werden geplukt bij volledige fenolische rijpheid en gevinificeerd in de wijnmakerij in Italië in de traditionele lokale stijl, met korte maceratie en een volledig jaar rijping sur lie in grote vaten van Slavonische eik.
In de laatste flight komen twee orange wines tegenover elkaar te staan. Ze werden op merkelijk andere wijze vervaardigd.
6- Ferdinand Brutus 2018 (PDO Brda)
De met de hand geplukte druiven worden ontsteeld en in vaten met wilde inheemse gistcultuur spontaan tot fermentatie gebracht. Na de gisting blijven de bessen in contact met de wijn tot de volgende oogst, dat is gedurende 12 maanden. Pas daarna wordt de wijn gescheiden van de bessen en nog een jaar verder gerijpt in vat.
7- Prinčič Sveti Nikolaj Serenditpità Vino Rebula 2020 (Slovenija)
Hier maar 20 tot 25 dagen ‘skin contact’, waarbij de wijn in ‘Tino‘-vaten, piramidevormige open fermentors van 34 hectoliter, vergist.
Ik ga bekennen: een tijdje terug had ik besloten om me niet meer bezig te houden met orange wines. Dat was na de zoveelste teleurstelling toen ik nog maar eens harde, onevenwichtige of ronduit onzuivere en foutieve wijnen voorgeschoteld kreeg. Maar van de laatste twee wijnen werd ik wel enthousiast. Meer dan dat, zelfs. Heel de reeks wijnen van de ribolla gialla / rebula druif waren een ontdekking trouwens. Ze verdienen veel meer bekendheid, net als waarschijnlijk heel de Italiaans-Sloveense grensregio met bevlogen en gemotiveerde wijnmakers.

Een uitgebreider artikel over Ribolla Gialla / Rebula kan je lezen op de Wijnkrabbels-blog, waar ook meer gedetailleerde proefnotities zijn opgenomen.
Bronnen:
Guildsomm.com
Decanter.com
Liquidsearch.com
(Boek) – Wine Grapes: A Complete Guide to 1,368 Vine Varieties (…); Jancis Robinson, Julia Harding, Jose Vouillamoz
(Boek) – Native Wine Grapes of Italy; Ian d’Agata
Ferdinand Winery
Gradis’ciutta Winery
Bottleneck.be
Tekst: Marc Roovers wijnwijnwijn.be/marc-roovers
